ECLI:NL:CRVB:2022:617
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank Overijssel inzake de Wet langdurige zorg en persoonsgebonden budget
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De rechtbank had het beroep van appellant, die een persoonsgebonden budget (pgb) had aangevraagd, ongegrond verklaard. Appellant had in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd die de Raad zouden kunnen overtuigen om tot een ander oordeel te komen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en bevestigde de eerdere uitspraak. Het verzoek van appellant om schadevergoeding werd afgewezen. De Raad concludeerde dat het zorgkantoor, Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V., het bezwaar van appellant ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard, maar dat appellant in de procedure tegen het besluit van 13 juni 2018 geen bezwaren kon inbrengen die betrekking hadden op de verleningsbeschikking van 27 juni 2017. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en de proceskosten werden niet toegewezen.