Uitspraak
21.2326 WIA
– met bericht – niemand verschenen. Het Uwv heeft zich via videobellen laten vertegenwoordigen door mr. R.E.J.P.M. Rutten.
OVERWEGINGEN
13 februari 2020 zijn geschrapt, weer worden opgenomen in de FML. Hiermee werd feitelijk tegemoetgekomen aan het bezwaar van appellante. De rechtbank heeft ook van belang geacht dat appellante in beroep geen nieuwe medische stukken heeft overgelegd, die haar stelling dat zij eigenlijk nog veel meer beperkt is, onderbouwen. Het re-integratieadvies van 21 juni 2018, waar appellante naar verwijst, is door het Uwv opgemaakt om te beoordelen of de
re-integratie-activiteiten van de werkgever voldoende waren. Het Uwv heeft dat advies weliswaar bij de beoordeling betrokken, maar daarbij is terecht wel rekening gehouden met het feit dat in dat advies sprake was van een ander beoordelingskader. Uitgaande van de juistheid van de bij appellante vastgestelde medische beperkingen, heeft de rechtbank geen grond gezien voor het oordeel dat de geselecteerde functies voor appellante niet geschikt zijn. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de zogeheten signaleringen van een afdoende adequate toelichting voorzien. Met die toelichting is voldoende inzichtelijk gemaakt dat de belastbaarheid van appellante in de geduide functies niet wordt overschreden.
(SBC-code 111160), medewerker logistiek (SBC-code 111220) en ontbijtmedewerker
(SBC-code 111080). De rechtbank wordt gevolgd in haar oordeel dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat de aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag gelegde functies in medisch opzicht voor appellante geschikt zijn. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport van 24 juli 2020 de signaleringen in de functies toegelicht en vastgesteld dat de functies passend zijn voor appellante.