ECLI:NL:CRVB:2022:443
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift tegen een ontslagbesluit in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift van appellante tegen een ontslagbesluit van de Raad van Bestuur van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Het ontslag was opgelegd wegens plichtsverzuim en het bezwaarschrift was ingediend na het verstrijken van de wettelijke bezwaartermijn van zes weken. De Raad van Bestuur had het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift buiten de termijn was ingediend en er geen sprake was van verschoonbare termijnoverschrijding.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat de redenen die appellante had opgegeven voor de termijnoverschrijding niet voldoende waren om als verschoonbaar te worden aangemerkt. De Raad benadrukte dat appellante, ondanks dat zij in het buitenland verbleef, maatregelen had moeten treffen voor de afhandeling van haar post. De Raad concludeerde dat het bezwaar van appellante terecht niet-ontvankelijk was verklaard, wat betekende dat het hoger beroep niet slaagde.
De uitspraak werd gedaan in het openbaar en de proceskosten werden niet toegewezen, aangezien er geen aanleiding voor veroordeling in de proceskosten was.