Uitspraak
21.2472 ZW, 21/2473 ZW
OVERWEGINGEN
besluit 1 ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 13 februari 2020 ten grondslag. Bij besluit van 4 maart 2020 (bestreden besluit 2) heeft het Uwv het bezwaar van appellant tegen het besluit van 1 november 2019 ongegrond verklaard, omdat er geen dringende reden is om van terugvordering af te zien.
11 september 2020) terecht niet aan de verzekeringsarts bezwaar en beroep is voorgelegd, omdat het behandeltraject te ver na de datum in geding zou liggen. Appellant kan zich hier niet mee verenigen, omdat de informatie juist een beschrijving betreft van het gehele behandeltraject en een bevestiging is voor de eerder overgelegde informatie. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte gesteld geen twijfel te hebben aan het oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Appellant heeft verzocht om benoeming van een onafhankelijke deskundige.
21.2472 ZW
6 december 2021 een gesprek heeft gehad over de aard en de zwaarte van zijn werkzaamheden als postbode. Uit het nader rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 13 december 2021 komt naar voren dat de FML van 12 maart 2018, die in het kader van de EZWb is opgesteld, nog steeds van toepassing is, dat de functie van postbezorger de belastbaarheid van appellant niet overschrijdt en dat er ook geen aanknopingspunten zijn om de gecombineerde maatstaf als overschrijdend te zien. Er bestaat geen aanleiding om het standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onjuist te achten. Nu er geen twijfel bestaat over de juistheid van het medisch oordeel, is er geen aanleiding voor een nader onderzoek door een deskundige. Het verzoek van appellant om een psycholoog als deskundige te benoemen wordt daarom afgewezen.