ECLI:NL:CRVB:2022:334
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv in gewijzigde beslissing op bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 februari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingetrokken omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 7 april 2021 alsnog tegemoet was gekomen aan de bezwaren van appellant. De Raad had eerder, op 27 februari 2019, de uitspraak van de rechtbank Amsterdam vernietigd en het Uwv opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Appellant had beroep ingesteld tegen het besluit van het Uwv van 29 juli 2019, maar trok dit beroep in na de gewijzigde beslissing op bezwaar. Appellant verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten, waarop het Uwv geen bezwaar maakte. De Raad heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en het onderzoek gesloten. De Raad oordeelde dat het Uwv in de kosten van appellant moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 759,- voor verleende rechtsbijstand, terwijl appellant zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot het Uwv kan wenden. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechter en de griffier.