ECLI:NL:CRVB:2022:326

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
10 februari 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
20/2742 TOZO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake betalingsonmacht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 februari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2020. De Raad had eerder het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Appellant heeft hiertegen verzet aangetekend, waarbij hij aanvoerde dat hij tijdig een beroep op betalingsonmacht had gedaan. De Raad heeft dit verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 30 november 2021 vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt voortgezet. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in het kader van het verzet. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Datum uitspraak: 10 februari 2022
20/2742 TOZO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2020, 20/2889 en 20/2890 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (college)

PROCESVERLOOP

De Raad heeft het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak nietontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de Raad het hoger beroep niet in behandeling kan nemen. De Raad heeft die beslissing genomen op grond van de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Appellant heeft verzet gedaan.

OVERWEGINGEN

De Raad heeft het hoger beroep van appellant in de uitspraak van 30 november 2021 nietontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In verzet is gebleken dat appellant tijdig een beroep op betalingsonmacht heeft gedaan.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 30 november 2021 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 februari 2022.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) K.R. van Renswoude