ECLI:NL:CRVB:2022:296
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van en overgang naar de LFNP-functie en de rechtsgeldigheid van de matching
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, werkzaam bij de politie, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de korpschef van politie met betrekking tot de toekenning van en overgang naar de LFNP-functie. De appellant betwist de wijze waarop de matching heeft plaatsgevonden en stelt dat deze niet overeenkomstig de Regeling overgang naar een LFNP functie is geschied. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de matching tot een onhoudbaar resultaat heeft geleid. De enkele stelling dat een andere uitkomst ook verdedigbaar zou zijn, is niet voldoende om de beslissing van de korpschef te weerleggen. De Raad heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor toepassing van de hardheidsclausule, aangezien deze niet bedoeld is om rekening te houden met werkzaamheden waarvoor functieonderhoud gevraagd had kunnen worden. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.