ECLI:NL:CRVB:2022:279
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken beroepsgronden
Op 3 februari 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/2525 AOW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte. Appellant, woonachtig in Zwitserland, had eerder de gelegenheid gekregen om dit verzuim te herstellen, maar heeft de gestelde termijnen ongebruikt laten verstrijken. De Raad heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn die het verzuim kunnen verontschuldigen. Hierdoor kon de zaak zonder verder onderzoek worden beslist. De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.