ECLI:NL:CRVB:2022:2755
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na wijziging Functionele Mogelijkhedenlijst en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die als fastfoodmedewerkster werkte, had zich op 5 augustus 2017 ziek gemeld met psychische klachten en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde deze uitkering, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Dit besluit was gebaseerd op een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) die op 21 juni 2019 was opgesteld. Na bezwaar van appellante werd de FML gewijzigd, maar de mate van arbeidsongeschiktheid bleef onveranderd.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarbij werd overwogen dat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat relevante informatie ontbrak of dat de beperkingen van appellante onvoldoende waren erkend. Appellante voerde in hoger beroep aan dat het Uwv ten onrechte geen informatie had opgevraagd bij haar behandelend GZ-psycholoog over haar actuele situatie op de datum van de beslissing. Het Uwv en de werkgeefster verzochten om bevestiging van de eerdere uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid terecht had vastgesteld en dat de rechtbank de argumenten van appellante terecht niet had gevolgd. De Raad bevestigde dat de verzekeringsarts voldoende informatie had en dat de geselecteerde functies passend waren voor appellante. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.