ECLI:NL:CRVB:2022:2744
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten volkstuin op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 26 maart 2021. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet voor de kosten van een volkstuin ter hoogte van € 1.172,37. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had deze aanvraag afgewezen, stellende dat de kosten niet noodzakelijk waren en niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat de kosten voor de volkstuin noodzakelijk waren. De appellant had aangevoerd dat de volkstuin bijdroeg aan het voorkomen van verergering van zijn klachten en dat deze noodzakelijk was vanwege zijn sociaal isolement. Echter, deze stellingen werden niet onderbouwd met medische stukken en de Raad oordeelde dat het college terecht had gesteld dat het sociaal isolement op andere manieren kon worden aangepakt.
De Raad benadrukte dat het aan de appellant was om aan te tonen dat aan de voorwaarden voor bijzondere bijstand was voldaan. Aangezien de appellant hierin niet slaagde, werd het hoger beroep afgewezen. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken, omdat hiervoor geen aanleiding bestond.