ECLI:NL:CRVB:2022:2696

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
15 december 2022
Zaaknummer
22/596 WSFBSF-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht en correspondentie

Op 15 december 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak waarin appellant verzet heeft aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 9 november 2022. In die uitspraak werd het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was voldaan, nadat een verzoek om vrijstelling van het griffierecht was afgewezen. Appellant, woonachtig in Noorwegen, had echter in een vroeg stadium bij het Landelijk Diensten Centrum verzocht om vrijstelling van het griffierecht en aangegeven dat hij correspondentie per e-mail wilde ontvangen, omdat post naar Noorwegen vaak vertraagd is. Ondanks dit verzoek zijn alle relevante brieven met betrekking tot het griffierecht per gewone of aangetekende post verzonden, waardoor appellant deze brieven niet heeft ontvangen.

De Raad heeft in het verzet vastgesteld dat de eerdere uitspraak niet in overeenstemming was met de verzoeken van appellant. Het verzet is gegrond verklaard, wat betekent dat de uitspraak van 9 november 2022 vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt voortgezet. Appellant krijgt de gelegenheid om zijn verzoek om vrijstelling van het griffierecht opnieuw te onderbouwen met de door de Raad gevraagde informatie. De Raad heeft ook besloten dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling in deze procedure.

De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier E. Blijleven-de Vries, en is openbaar uitgesproken op 15 december 2022.

Uitspraak

Datum uitspraak: 15 december 2022
22/596 WSFBSF-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 januari 2022, 21/1619 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] , Noorwegen (appellant)
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 9 november 2022 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft verzet gedaan.

OVERWEGINGEN

In de uitspraak van de Raad van 9 november 2022 is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is voldaan nadat een verzoek om vrijstelling van het griffierecht is afgewezen.
In verzet is gebleken dat appellant in een vroeg stadium bij het Landelijk Diensten Centrum heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht en ook heeft verklaard dat hij correspondentie per e-mail wil ontvangen en versturen omdat post naar Noorwegen laat aankomt.
Ondanks dit verzoek zijn alle brieven die betrekking hebben op het griffierecht toch per gewone of aangetekende post verzonden. Appellant heeft deze brieven niet ontvangen.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van
9 november 2022 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Appellant zal opnieuw in de gelegenheid worden gesteld zijn verzoek om vrijstelling van het griffierecht nader te onderbouwen aan de hand van de door de Raad gevraagde informatie. Binnenkort ontvangt appellant daarover nader bericht, per email.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van E. Blijleven-de Vries als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 december 2022.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) E. Blijleven-de Vries

EBV