Uitspraak
22.1027 WIA
24 februari 2022, 21/1175 (aangevallen uitspraak)
Mr. E. Schutrups heeft zich als opvolgend gemachtigde gesteld en nadere gronden ingediend.
mr. A.I. Damsma.
OVERWEGINGEN
23 juli 2018 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 63,51%. Bij besluit van 21 april 2020 heeft het Uwv appellant laten weten dat de loongerelateerde WGA-uitkering per 23 juli 2020 wordt omgezet in een
WGA-vervolguitkering.
31 augustus 2020 heeft het Uwv appellant geïnformeerd dat de mate van zijn arbeidsongeschiktheid per 25 augustus 2020 is afgenomen naar 60,47% en dat zijn uitkering niet wijzigt.
2 maart 2021 en 16 december 2021. Van Amelsfoort verwijst voor het aannemen van enkele dynamische beperkingen naar een neurologisch onderzoek uit 2016, maar gaat er aan voorbij dat bij vervolgonderzoek in 2017 geen geobjectiveerde schade aan nek of schouders is vastgesteld. In dat onderzoek uit 2017 is geconcludeerd dat sprake is van chronische tendomyogene cervicobrachialgie en spanningsklachten, na een whiplashtrauma. Er wordt niet gesproken van neurologische uitvalsverschijnselen. Verder is van belang dat Van Amelsfoort, net als het Uwv, tot de slotsom komt dat het medische beeld op de datum in geding niet wezenlijk anders is dan de situatie bij einde wachttijd in 2018. Dat Van Amelsfoort toch aanleiding ziet voor aanvullende beperkingen, waaronder een verdergaande werktijdenbeperking, is daarmee moeilijk te rijmen.