ECLI:NL:CRVB:2022:2667
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep door bestuursorgaan
Op 13 december 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/2076 PW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep dat was ingesteld door het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 6 mei 2020. Het hoger beroep werd echter ingetrokken door appellant op 7 januari 2022. Namens de betrokkene, die in deze zaak niet verder is geïdentificeerd, heeft advocaat mr. A.L. Kuit verzocht om appellant te veroordelen in de proceskosten.
De Raad heeft vastgesteld dat, volgens artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten op verzoek van een partij, wanneer het hoger beroep wordt ingetrokken. Appellant heeft in zijn verweerschrift aangegeven bereid te zijn om een vergoeding te betalen voor de gemaakte kosten in verband met het hoger beroep. De Raad heeft vervolgens besloten dat appellant moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 759,- voor de kosten van rechtsbijstand die de betrokkene heeft moeten maken in het hoger beroep. De kosten die in beroep zijn gemaakt, waren al door de rechtbank toegekend.
De uitspraak is gedaan door J.J. Janssen, in aanwezigheid van griffier P.A.M. Hulsdouw, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak zelf.