ECLI:NL:CRVB:2022:2638
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd wegens niet afsluiten zorgverzekering in de zin van de Zvw
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een Surinaamse student die in Nederland woont en studeert, had een internationale zorgverzekering afgesloten bij AON Verzekeringen. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) had de appellant op 15 november 2019 aangemaand om binnen drie maanden een zorgverzekering in de zin van de Zorgverzekeringswet (Zvw) af te sluiten. Aangezien de appellant hieraan niet voldeed, legde het CAK hem een boete op van € 410,49.
De appellant stelde in hoger beroep dat hij niet op de hoogte was van de verplichting om een zorgverzekering af te sluiten en dat hij de aanmaning van het CAK niet had ontvangen. De Raad oordeelde echter dat de aanmaning naar het juiste adres was gestuurd en dat de appellant in zijn bezwaarschrift had verwezen naar de aanmaning, wat zijn stelling ongeloofwaardig maakte. De Raad concludeerde dat de appellant niet had voldaan aan de verplichting om een zorgverzekering af te sluiten en dat het CAK terecht een boete had opgelegd.
Daarnaast werd het betoog van de appellant dat de hoogte van de boete verlaagd moest worden vanwege zijn beperkte financiële draagkracht verworpen. De Raad oordeelde dat er geen specifieke feiten of omstandigheden waren die een lagere boete rechtvaardigden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.