ECLI:NL:CRVB:2022:2632
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- L.M. Tobé
- A. BeukerTilstra
- Rechtspraak.nl
Ontslag op andere gronden en impasse in arbeidsrelatie bij Defensie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen een ontslagbesluit van de staatssecretaris van Defensie. Appellante, werkzaam bij de Koninklijke Luchtmacht, heeft een langdurig arbeidsconflict gehad dat begon met een klacht in 2014. Ondanks verschillende pogingen tot mediation en gesprekken, bleef er onduidelijkheid over de aard van het conflict. In 2017 meldde appellante zich ziek, en in 2020 werd haar ontslag verleend op grond van een impasse in de arbeidsrelatie. De rechtbank oordeelde dat het ontslag op de primaire grond onevenredig was, maar het ontslag op andere gronden werd gehandhaafd. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep bevestigd dat de impasse volledig aan appellante te wijten was, en dat er geen aanleiding was voor een aanvullende ontslagvergoeding. De Raad concludeert dat beide partijen hebben bijgedragen aan de impasse, maar dat de staatssecretaris niet overwegend verantwoordelijk was voor de situatie. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.