Uitspraak
21.1284 PW-PV
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- bepaalt dat van het college een griffierecht wordt geheven van € 532,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar. De betrokkene, die bijstand ontving van 25 april 2005 tot en met 21 augustus 2019, had een aanvraag ingediend voor bijstand als alleenstaande, nadat haar bijstand was ingetrokken wegens langdurig verblijf in het buitenland. De aanvraag werd afgewezen op basis van de veronderstelling dat de betrokkene en haar ex-partner, X, een gezamenlijke huishouding voerden op het opgegeven adres.
De rechtbank Haarlem had eerder geoordeeld dat de onderzoeksbevindingen van het college niet voldoende waren om te concluderen dat X zijn hoofdverblijf op het opgegeven adres had. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de onderzoeksbevindingen van Halte Werk niet toereikend waren. Er was onvoldoende bewijs dat X daadwerkelijk op het opgegeven adres woonde, ondanks dat zijn auto vaak bij de woning van de betrokkene werd gezien.
De Raad concludeerde dat de verklaringen van buurtbewoners en de bevindingen van het huisbezoek niet voldoende waren om aan te tonen dat het zwaartepunt van X's persoonlijk leven zich op het opgegeven adres bevond. De betrokkene had aannemelijke verklaringen gegeven voor de aangetroffen spullen en poststukken, en het college had geen nader onderzoek gedaan naar deze verklaringen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.