ECLI:NL:CRVB:2022:2589

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 november 2022
Publicatiedatum
1 december 2022
Zaaknummer
22/1276 WIA-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 16 maart 2022. De appellant had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, welke door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was afgewezen op basis van de conclusie dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de geselecteerde functies passend zijn voor de appellant. De Raad oordeelde dat de medische grondslag van het bestreden besluit niet was betwist door de appellant in hoger beroep. De overwegingen van de rechtbank werden onderschreven, waarbij werd vastgesteld dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat de motivering van de arbeidsdeskundige onjuist was.

De Raad concludeerde dat het Uwv terecht de WIA-aanvraag van de appellant had afgewezen, omdat deze per 21 juli 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het hoger beroep van de appellant werd afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

22.1276 WIA-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 16 maart 2022, 20/6944 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 17 november 2022
Zitting heeft: T. Dompeling
Griffier: M.C.G. van Dijk
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 november 2022. Appellant is verschenen, vergezeld door zijn zoon [zoon] Het Uwv heeft zich ter zitting niet laten vertegenwoordigen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
1.1.
Het Uwv heeft bij besluit van 19 augustus 2020 de WIA-aanvraag van appellant per
21 juli 2020 afgewezen, omdat hij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
1.2.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben zich aangesloten bij de eerdere beoordelingen door de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige. Het Uwv heeft daarom bij besluit van 24 november 2020 (bestreden besluit) het bezwaar van appellant tegen het besluit van 19 augustus 2020 ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft in hoger beroep zijn standpunt als ingenomen beroep gehandhaafd. Hij blijft van mening dat hij op basis van de in de Functionele Mogelijkhedenlijst vastgelegde belastbaarheid niet in staat is de geselecteerde functies te verrichten.
4.1.
Er bestaat geen aanleiding voor een ander oordeel dan de rechtbank in de aangevallen uitspraken heeft gegeven. De overwegingen van de rechtbank worden onderschreven.
4.2.
Appellant heeft ook in hoger beroep de medische grondslag van het bestreden besluit niet betwist. Er wordt daarom van de juistheid daarvan uitgegaan.
4.3.
Met de rechtbank wordt geoordeeld dat de geselecteerde functies passend zijn voor appellant. Het opleidingsniveau in de functies, basisonderwijs, komt overeen met dat van appellant. Voorts zijn de mogelijke overschrijdingen van de belastbaarheid van appellant, de signaleringen, door de arbeidsdeskundige gemotiveerd in het formulier Resultaat functiebeoordeling. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in de bezwaarfase overlegd met de arbeidskundig analist over de belasting in de functies, waarna met de verzekeringsarts bezwaar en beroep is kortgesloten dat de belastbaarheid van appellant hiermee niet wordt overschreden. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft voldoende overtuigend gemotiveerd dat de functies voor appellant geschikt zijn. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat aan de juistheid van deze motivering moet worden getwijfeld.
4.4.
Het Uwv heeft daarom terecht de WIA-aanvraag van appellant per 21 juli 2020 afgewezen, omdat hij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
4.5.
Het hoger beroep slaagt niet.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) M.C.G. van Dijk (getekend) T. Dompeling