ECLI:NL:CRVB:2022:2563
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening
Op 29 november 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/1548 TOZO-V. Het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 24 maart 2022 is niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft deze beslissing genomen op basis van de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De laatste dag voor het indienen van het hogerberoepschrift was 5 mei 2022, maar het schrift is pas op 18 mei 2022 ontvangen, wat betekent dat de termijn is overschreden.
Appellant heeft verzet aangetekend en verklaard dat hij vrachtwagenchauffeur is en tijdens een storm in februari 2022 problemen heeft ondervonden met zijn vrachtwagen, waardoor hij de termijn voor het indienen van het beroepschrift niet in de gaten heeft gehouden. Hij gaf aan dat hij van een medewerker van de rechtbank had gehoord dat de termijn op 18 mei 2022 afliep. De Raad heeft echter geen aanleiding gezien om de eerdere uitspraak te herzien, omdat appellant niet tijdig contact heeft opgenomen met de Raad en de rechtbank duidelijk heeft gewezen op de beroepstermijn van zes weken.
De Raad heeft geconcludeerd dat de verklaring van appellant over zijn medische klachten niet voldoende was om het hogerberoepschrift ontvankelijk te achten. De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Het betaalde griffierecht van € 136,- zal aan appellant worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van F.C. Meershoek als griffier, en is openbaar uitgesproken op 29 november 2022.