ECLI:NL:CRVB:2022:2561

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 november 2022
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
21 / 2053 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WW-uitkering en bijstandsuitkering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 november 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 4 mei 2021. De appellant, die een WW-uitkering ontving, had na afloop van deze uitkering een bijstandsuitkering aangevraagd. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn had de nabetaling van de WW-uitkering van € 1.290,49 aangemerkt als vermogen, wat leidde tot een waarschuwing voor de appellant omdat hij deze nabetaling niet tijdig had gemeld.

De appellant stelde in zijn herzieningsverzoek dat er sprake was van een erkende fout en dat de nabetaling als uitgesteld inkomen moest worden gekwalificeerd. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die vóór de uitspraak van 4 mei 2021 niet bekend waren. De Raad benadrukte dat het middel van herziening niet bedoeld is om een eerdere discussie opnieuw te voeren.

Daarom werd het verzoek om herziening afgewezen. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat de relevante bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing zijn op het bijzondere rechtsmiddel van herziening. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.

Uitspraak

21.2053 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 4 mei 2021, 19/29 PW en 19/30 PW en op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats] (verzoeker)
het college van burgemeester en wethouders van van de gemeente Uithoorn (college)
Datum uitspraak: 15 november 2022
Zitting heeft: J.N.A. Bootsma
Griffier: Y.S.S. Fatni
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 november 2022. Verzoeker is verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door C.H.L. Bakker.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
  • wijst het verzoek om herziening af;
  • wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Dit betekent dat de uitspraak van de Raad van 4 mei 2021 blijft zoals die is.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
In de uitspraak van 4 mei 2021 heeft de Raad gemotiveerd geoordeeld dat het college de nabetaling van de WW-uitkering van € 1.290,49 die verzoeker ontving, toen hij na de WW een bijstandsuitkering had, terecht heeft aangemerkt als vermogen. En dat verzoeker terecht een waarschuwing heeft gekregen, omdat hij de ontvangst van de nabetaling niet onverwijld uit eigen beweging heeft gemeld, maar dat die bleek uit de zeven weken later op verzoek van het college overgelegde bankafschriften.
Verzoeker heeft bij zijn herzieningsverzoek gesteld dat er sprake is van een erkende fout, waardoor de nabetaling van de WW-uitkering moet worden gezien als uitgesteld inkomen met als kwalificatie uitgesteld vermogen. Dit zijn geen feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak van 4 mei 2021 niet bij hem bekend waren en ook redelijkerwijs niet bekend konden zijn, zoals artikel 8:119, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorschrijft. Het is namelijk een nieuw argument en een nieuwe redenering. Daarmee wil verzoeker in feite de discussie opnieuw voeren. Maar daar is het middel van herziening niet voor bedoeld.
Daarom is het herzieningsverzoek afgewezen.
Het verzoek om schadevergoeding is ook afgewezen, omdat titel 8.4 van de Awb die gaat over schadevergoeding niet van toepassing is op het bijzondere rechtsmiddel van herziening. Dit staat in artikel 8:119, tweede lid, van de Awb.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) Y.S.S. Fatni (getekend) J.N.A. Bootsma
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep