ECLI:NL:CRVB:2022:2547
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- H. Alajai
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.J.C. van Dorsselaer-Spapen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 27 september 2021 een uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/4078. Op 14 januari 2022 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het Uwv tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Op 25 april 2022 heeft appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, nu het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen, het Uwv op verzoek van appellante veroordeeld kan worden in de proceskosten. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv al door de rechtbank was veroordeeld tot vergoeding van de kosten in de eerdere procedure. De Raad heeft vervolgens de proceskosten in verband met de behandeling van het bezwaar en het hoger beroep begroot op € 1.841,-, bestaande uit € 1.082,- voor de bezwaarprocedure en € 759,- voor de hoger beroep procedure.
De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 16 november 2022. De Raad heeft appellante geadviseerd om voor vergoeding van het betaalde griffierecht zich rechtstreeks tot het Uwv te wenden.