ECLI:NL:CRVB:2022:2525
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- J.M. Labage
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig indienen van het beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 juni 2022. Appellant had hoger beroep ingesteld, maar het beroepschrift was niet tijdig ingediend. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van de indiener van het beroepschrift een griffierecht verschuldigd, dat tijdig betaald moest worden. Appellant werd op 12 augustus 2022 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht van € 136,-, met de mededeling dat dit bedrag uiterlijk 28 dagen na de verzending van de brief op de aangegeven bankrekening moest zijn bijgeschreven. Ondanks een tweede herinnering op 12 september 2022, werd het griffierecht niet tijdig betaald.
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en deze termijn gaat in op de dag na de bekendmaking van de uitspraak. Het beroepschrift van appellant werd op 8 augustus 2022 ontvangen, terwijl de laatste dag voor indiening 4 augustus 2022 was. Hierdoor werd geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant werd gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding, maar reageerde hier niet op. De Raad concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellant niet in verzuim was geweest, en verklaarde het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van griffier J.M. Labage, en is openbaar uitgesproken op 21 november 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan door belanghebbenden.