ECLI:NL:CRVB:2022:2519
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding van kosten e-bike door korpschef politie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De appellante, een voormalig politieambtenaar, had verzocht om vergoeding van de kosten van een e-bike, die zij had aangeschaft vanwege haar posttraumatische stressstoornis (PTSS). De korpschef van politie had dit verzoek afgewezen, met het argument dat de kosten niet als noodzakelijk gemaakt konden worden beschouwd onder de relevante wetgeving, namelijk het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp). De rechtbank had deze afwijzing bevestigd, en de appellante ging in hoger beroep.
De Raad oordeelde dat de kosten van de e-bike niet onder artikel 54 van het Barp vallen, dat vergoedingen voor geneeskundige behandeling of verzorging regelt. De Raad benadrukte dat de appellante niet had aangetoond dat haar situatie een bijzonder geval was zoals bedoeld in artikel 53 van het Barp. De Raad wees erop dat de hardheidsclausule restrictief moet worden toegepast en dat de omstandigheden van de appellante niet voldoende onderscheidend waren om voor vergoeding in aanmerking te komen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.