ECLI:NL:CRVB:2022:2513
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep inzake griffierecht in sociale zekerheidszaak
Op 23 november 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingediend door de appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep, die eerder op 30 september 2021 was uitgesproken. De Raad had het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant stelde echter dat hij de aangetekende betalingsherinnering van 25 mei 2021 niet had ontvangen. Dit leidde tot de heropening van het onderzoek na de zitting van 23 juni 2022, waar partijen niet waren verschenen.
De Raad heeft vastgesteld dat er twijfel bestond over de verzending van de betalingsherinnering en heeft daarom het onderzoek heropend. Uiteindelijk is gebleken dat het griffierecht alsnog tijdig is voldaan. Dit leidde tot de conclusie dat het verzet gegrond is verklaard. De eerdere uitspraak van 30 september 2021 is vervallen en het onderzoek zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen aanleiding gezien om proceskosten aan de appellant te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier E.P.J.M. Claerhoudt, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.