ECLI:NL:CRVB:2022:2512
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg met betrekking tot blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een aanvraag van appellante voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg, die door het CIZ was afgewezen. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat niet aannemelijk was geworden dat zij 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig had. Appellante, die lijdt aan verschillende medische aandoeningen, stelde dat zij door constante duizeligheid vaker kan vallen, wat zou leiden tot ernstig letsel. De Raad heeft echter geoordeeld dat het CIZ het bestreden besluit mocht baseren op medische adviezen, waaruit bleek dat er geen blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg was. De Raad concludeerde dat appellante in staat was om op relevante momenten hulp in te roepen en dat er geen gegevens waren die een verhoogd valrisico of een gebrek aan alarmeringsmogelijkheden aantoonden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.