Uitspraak
22.835 PW, 22/837 PW, 22/2140 PW-VV
mr. G.E. Priester.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen twee uitspraken van de voorzieningenrechter, die op 4 oktober 2021 en 20 december 2021 waren gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:84, eerste lid, van de Awb geen hoger beroep kan worden ingesteld. Dit leidde tot de conclusie dat de Raad zich onbevoegd moest verklaren in deze zaak. Tevens werd vastgesteld dat de voorzieningenrechter van de Raad ook niet bevoegd was ten aanzien van het verzoek om een voorlopige voorziening. De Raad heeft appellant vrijstelling verleend van het betalen van griffierecht en het onderzoek op de zitting vond plaats op 16 augustus 2022, waarbij de appellant aanwezig was en het college vertegenwoordigd werd door S.S. Kisoentewari. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan.