ECLI:NL:CRVB:2022:2492

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
22 / 838 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep tegen uitspraak voorzieningenrechter

Op 8 november 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/838 PW. Deze uitspraak betreft het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2021, met nummer 21/4957. De Raad heeft zich onbevoegd verklaard om het hoger beroep te behandelen, omdat volgens artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen hoger beroep kan worden ingesteld tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter zoals bedoeld in artikel 8:84, eerste lid, van de Awb.

De zitting vond plaats op 16 augustus 2022, waarbij appellant aanwezig was en Syncasso werd vertegenwoordigd door mr. G.E. Priester. Tijdens de zitting zijn ook andere zaken behandeld, maar de Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De Raad heeft appellant vrijstelling verleend van het betalen van griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 november 2022, ondertekend door J.N.A. Bootsma, met Y.S.S. Fatni als griffier.

Uitspraak

22.838 PW

Datum uitspraak: 8 november 2022
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2021, 21/4957 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
Syncasso Gerechtsdeurwaarders, te Amsterdam (Syncasso)
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak. Bij de aangevallen uitspraak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank met toepassing van artikel 8:84, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) beslist op het verzoek om een voorlopige voorziening van appellant.
De Raad heeft appellant vrijstelling verleend van het betalen van griffierecht.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 16 augustus 2022. Appellant is verschenen. Syncasso heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.E. Priester.
Op de zitting zijn gelijktijdig behandeld de zaken 22/835 PW, 22/837 en 22/2140 PW-VV. In die zaken wordt apart uitspraak gedaan. In die zaken heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam zich laten vertegenwoordigen door S.S. Kisoentewari.
Op de zitting is onderzocht of partijen onderling tot een oplossing zouden kunnen komen, maar dat bleek niet zo te zijn.

OVERWEGINGEN

In artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder d, van de Awb staat dat tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:84, eerste lid, van de Awb geen hoger beroep kan worden ingesteld.
Daarom zal de Raad zich onbevoegd moeten verklaren.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door J.N.A. Bootsma, in tegenwoordigheid van Y.S.S. Fatni als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 8 november 2022.
(getekend) J.N.A. Bootsma
(getekend) Y.S.S. Fatni