ECLI:NL:CRVB:2022:2488
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering ZW-uitkering op basis van arbeidsgeschiktheid na medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die een ZW-uitkering had aangevraagd, was van mening dat deze ten onrechte was geweigerd. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht had vastgesteld dat appellant arbeidsgeschikt was. Appellant had zich in 2018 ziekgemeld na een periode van werk als commercieel medewerker. Het Uwv concludeerde na medisch onderzoek dat appellant per 26 februari 2019 geen recht had op ziekengeld, omdat hij in staat werd geacht zijn arbeid te verrichten. Appellant voerde in hoger beroep aan dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn medische situatie. De Raad oordeelde echter dat het onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusies van het Uwv juist waren. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.