Uitspraak
21.2806 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand aan appellanten, die sinds 7 oktober 2007 bijstand ontvingen op basis van de Participatiewet. Appellant heeft een arbeidsovereenkomst ingeleverd bij het college, maar er bestond het vermoeden dat hij ook buiten de opgegeven dagen en uren werkzaamheden verrichtte in een eetcafé. Onderzoek door sociaal rechercheurs bevestigde dat appellant regelmatig aanwezig was en werkzaamheden verrichtte buiten de opgegeven uren. Het college heeft daarop de bijstand van appellanten per 1 april 2020 ingetrokken, omdat zij de inlichtingenverplichting zouden hebben geschonden. De rechtbank verklaarde het beroep van appellanten tegen deze intrekking ongegrond, waarna appellanten in hoger beroep gingen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bestreden besluit onbevoegd was genomen, maar dat dit gebrek kan worden gepasseerd omdat appellanten niet benadeeld zijn. De Raad stelt vast dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij recht hadden op bijstand, en dat de waarnemingen van de sociaal rechercheurs onvoldoende zijn om het recht op bijstand vast te stellen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellanten, die in totaal € 1.518,- bedragen, en het griffierecht van € 182,- wordt vergoed.