Uitspraak
21 2070 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
prof. dr. D.J. Veltman, psychiater, in te schakelen als deskundige. Veltman heeft op 14 januari 2020 een rapport uitgebracht, waarin hij heeft geconcludeerd dat bij appellante sprake is van een aanpassingsstoornis met gemengd angstige en sombere stemming, chronisch. Differentiaaldiagnostisch kan worden gedacht aan een ongespecificeerde depressievestemmingsstoornis en gegeneraliseerde angststoornis. Veltman heeft op basis van het onderzoek aannemelijk geacht dat er ten tijde van de datum in geding (minimaal) lichte beperkingen waren ten aanzien van item 1.1
vasthouden van de aandachten item 1.3
herinneren. In reactie op het rapport van Veltman heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapporten van 24 februari 2020 en 23 april 2020 gemotiveerd gesteld dat de lichte beperkingen die Veltman vaststelt naar CBBS-norm normaal zijn. Een precisering van de lichte beperkingen is noodzakelijk voor de vaststelling van de ernst van de cognitieve stoornissen. Daartoe is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep een NPO het aangewezen meetinstrument. De rechtbank heeft hierin aanleiding gezien om
dr. J.F.M. de Jonghe, klinisch neuropsycholoog, te benoemen om aanvullend onderzoek te verrichten. De Jonghe heeft op 24 november 2020 een rapport uitgebracht. Hij heeft geconcludeerd dat een betrouwbare beoordeling van de testuitslagen en eventuele psychopathologie moeilijk is vanwege elkaar soms tegensprekende psychiatrische diagnosen en omdat in zijn onderzoek onderpresteren en overrapporteren van psychische klachten op de voorgrond staan. In reactie op het rapport van de Jonghe heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 14 december 2020 geconcludeerd dat van de normaalwaarden van CBBS moet worden uitgegaan.