Uitspraak
20.2838 WIA, 20/2839 WAJONG
OVERWEGINGEN
De rechtbank is van oordeel dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in het nadere rapport van 11 februari 2020 voldoende heeft toegelicht dat in de geduide functies geen sprake is van een overschrijding op doelmatig handelen. Dat bij de EZWb in 2017 geen functies zijn geduid wegens een overschrijding op dit punt, maakt dit niet anders. De rechtbank volgt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat dit standpunt destijds onvoldoende is gemotiveerd omdat dit is gebaseerd op de stelling van de verzekeringsarts en niet inhoudelijk aan de hand van de te verrichten werkzaamheden is beargumenteerd. Daar komt nog bij dat het Uwv niet gebonden is aan het oordeel van de verzekeringsarts in de EZWb. In de FML van 17 augustus 2018 voor de Wet WIA en de FML van 3 oktober 2018 voor de Wajong staat bij het item 1.5.3 doelmatig handelen de toevoeging: controleert het verloop van activiteiten niet. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in overleg met de verzekeringsarts bezwaar en beroep geconcludeerd dat de functies op dit punt haalbaar zijn. De rechtbank heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep gevolgd in zijn nadere motivering dat appellants belastbaarheid in doelmatig handelen niet wordt overschreden. Anders dan appellant meent heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep zich niet op het terrein van de verzekeringsarts bezwaar en beroep begeven. Dat appellant problemen ondervond in zijn vorige banen als koerier en spuiter en daarin begeleiding nodig had, staat niet aan de geschiktheid van de geduide functies in de weg omdat in de geduide functies sprake is van een leidinggevende die zicht heeft op de voortgang van het werk en zo nodig kan bijsturen. Appellant is voorts geschikt bevonden voor afwisselende, fysiek lichte werkzaamheden waar een bepaalde routine in zit en de functies voldoen hieraan. Ook wat betreft appellants problemen met meerderen en het omgaan met kritiek overschrijden de geduide functies appellants belastbaarheid niet. De rechtbank heeft ten slotte geen aanleiding gezien om een deskundige te benoemen.