ECLI:NL:CRVB:2022:2319
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vergoeding van kosten voor ontspanningsmassages in verband met beroepsziekte PTSS
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vergoeding van kosten voor ontspanningsmassages door een ambtenaar die lijdt aan PTSS. De appellante, een ambtenaar, had eerder verzocht om vergoeding van geneeskundige kosten, waaronder € 525,- voor ontspanningsmassages, die door de korpschef van politie niet werden vergoed. De korpschef stelde dat deze kosten niet voldeden aan de definitie van geneeskundige behandeling zoals bedoeld in het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp). De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van de appellante tegen het besluit van de korpschef ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad oordeelde dat de gemaakte kosten voor ontspanningsmassages niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat deze kosten noodzakelijk waren voor de behandeling van de PTSS. De appellante had de massages op eigen initiatief ondergaan en er was geen bewijs dat deze behandelingen essentieel waren voor haar geneeskundige zorg. De Raad volgde de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de korpschef terecht had geweigerd de kosten te vergoeden op basis van artikel 54 van het Barp. Ook werd geen bijzonder geval vastgesteld op grond van artikel 53 van het Barp, waardoor de kosten niet vergoed konden worden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.