ECLI:NL:CRVB:2022:2304
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 22/939 ZW. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellante is meerdere keren gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, zowel per brief op 31 maart 2022 als per aangetekende brief op 27 juni 2022. In deze brieven werd duidelijk gemaakt dat het griffierecht uiterlijk 28 dagen na de verzending van de eerste brief en binnen vier weken na de tweede brief moest zijn voldaan. Ondanks deze waarschuwingen heeft appellante het griffierecht niet tijdig betaald, waardoor de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, met J.M. Labage als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aantekenen.