ECLI:NL:CRVB:2022:2303
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 22/655 ZW. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van de indiener van het beroepschrift een griffierecht verschuldigd, en dit geldt ook voor hoger beroep volgens artikel 8:108 van de Awb. Appellante is op 6 april 2022 en opnieuw op 7 mei 2022 gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 136,- tijdig te betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door rechter F.M. Rijnbeek, in aanwezigheid van griffier J.M. Labage, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.