ECLI:NL:CRVB:2022:2223

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
7 september 2022
Publicatiedatum
14 oktober 2022
Zaaknummer
21/2089 WAO-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake invaliditeitsuitkering

Op 7 september 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 1 augustus 2019, met zaaknummer 18/5408 WAO. De verzoeker, afkomstig uit Marokko, heeft verzocht om herziening van deze uitspraak, waarin hij een invaliditeitsuitkering aanvroeg. Tijdens de zitting op 7 september 2022 is niemand verschenen, en de Raad heeft het verzoek om herziening afgewezen. De Raad oordeelde dat de verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die onder artikel 8:119, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht vallen, die een herziening van de eerdere uitspraak zouden rechtvaardigen. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.

Uitspraak

21.2089 WAO-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 1 augustus 2019, 18/5408 WAO
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats] (Marokko) (verzoeker)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 7 september 2022
Zitting heeft: J. Brand
Griffier: S.S. Blok
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 september 2022. Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 1 augustus 2019, 18/5408 WAO af.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Verzoeker heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 1 augustus 2019. In zijn verzoekschrift heeft verzoeker naar voren gebracht dat hij in Nederland hard heeft gewerkt en erg ziek is geworden. Hij verzoekt om uitbetaling van een invaliditeitsuitkering.
De Raad ziet in hetgeen verzoeker naar voren heeft gebracht geen reden om het verzoek om herziening toe te wijzen. Verzoeker heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd als bedoeld in artikel 8:119, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend.) S.S. Blok (getekend.) J. Brand