ECLI:NL:CRVB:2022:2213
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- L.M. Tobé
- J.C.F. Talman
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens impasse in samenwerking en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, werkzaam bij de gemeente Roosendaal, was in een impasse geraakt met het dagelijks bestuur van Werkplein Hart van West-Brabant, wat leidde tot zijn ontslag. De appellant had eerder negatieve beoordelingen ontvangen en was tijdelijk arbeidsongeschikt geweest. Ondanks meerdere gesprekken en adviezen van de bedrijfsarts, werd er geen oplossing gevonden voor de ontstane situatie. Het dagelijks bestuur verleende op 28 oktober 2019 ontslag aan de appellant, omdat er sprake was van een impasse die verdere samenwerking in de weg stond. Het bezwaar tegen dit ontslag werd ongegrond verklaard door het dagelijks bestuur. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarbij werd opgemerkt dat de impasse al langer speelde en niet direct gerelateerd was aan de arbeidsongeschiktheid van de appellant. In hoger beroep herhaalde de appellant zijn gronden, maar de Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het dagelijks bestuur geen overwegend aandeel had in de ontstane impasse en dat de beslissing om het dienstverband te beëindigen gerechtvaardigd was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.