ECLI:NL:CRVB:2022:2190
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.W. Akkerman
- N.N. Gambier
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-vervolguitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die sinds 2014 arbeidsongeschikt is, ontving een WGA-uitkering op grond van de Wet WIA. Het Uwv had haar uitkering beëindigd op basis van een medische beoordeling die concludeerde dat haar arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat haar functionele mogelijkheden niet correct waren vastgesteld, vooral in het licht van een vitamine B12-tekort dat pas laat was onderkend. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
Tijdens de zitting op 17 augustus 2022 heeft appellante haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar advocaat. Het Uwv en de betrokken stichting hebben ook hun standpunten naar voren gebracht. De Centrale Raad oordeelde dat het Uwv voldoende medische en arbeidskundige grondslagen had voor de beëindiging van de WGA-vervolguitkering. De Raad volgde de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat er geen objectieve medische bevindingen waren die de claims van appellante ondersteunden. De Raad bevestigde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de situatie goed had beoordeeld en dat de aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag gelegde functies medisch geschikt waren voor appellante. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.