ECLI:NL:CRVB:2022:2184
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- J.M. Labage
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken van beroepsgronden
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/1554 WIA. De procedure betreft een hoger beroep dat niet-ontvankelijk is verklaard omdat appellante het verschuldigde griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn heeft betaald. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, zowel per brief op 20 mei 2022 als per aangetekende brief op 20 juni 2022. Ondanks deze waarschuwingen heeft appellante nagelaten het griffierecht tijdig te voldoen.
Daarnaast is vastgesteld dat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte, wat in strijd is met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellante is in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar heeft ook deze termijn ongebruikt laten verstrijken. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Gezien het ontbreken van zowel de betaling van het griffierecht als de beroepsgronden, heeft de Centrale Raad van Beroep besloten het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren zonder verder onderzoek.
De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van J.M. Labage als griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.