Uitspraak
20 2211 PW
8 mei 2020, 20/491 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
mr. V.V. Tuchkova.
OVERWEGINGEN
4 september 2019.
23 september 2019.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant. Appellant ontving sinds 7 januari 2019 bijstand op basis van de Participatiewet (PW) en had de op hem rustende medewerkingsverplichting geschonden door tijdens een gesprek op 4 september 2019 weg te lopen. Dit leidde tot het besluit van het dagelijks bestuur om de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken. De Raad oordeelde dat het dagelijks bestuur bevoegd was om de bijstand in te trekken, omdat appellant relevante vragen over zijn woon- en leefsituatie onbeantwoord had gelaten. Appellant had geen bezwaar gemaakt tegen eerdere besluiten van het dagelijks bestuur, die de bijstand herzien en teruggevorderd hadden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, ondanks zijn psychische problemen. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor bijstandsontvangers om te voldoen aan hun medewerkingsverplichtingen.