Uitspraak
19.4678 PW-PV
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt de Staat tot betaling aan appellante van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 500,-;
- wijst het verzoek om schadevergoeding voor het overige af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 3 oktober 2019. De zaak betreft een appellante die bezwaar had gemaakt tegen een uitnodiging voor een gesprek van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De rechtbank had het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk verklaard, wat door het college werd ondersteund. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de uitnodiging voor een gesprek geen besluit is waartegen bezwaar mogelijk is. Dit betekent dat appellante geen recht had om bezwaar te maken tegen de uitnodiging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde verder dat, hoewel het bezwaar niet inhoudelijk kon worden behandeld, er wel een schadevergoeding van € 500,- aan appellante moest worden toegekend. Dit was het gevolg van de overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak, die geheel aan de bestuursrechter kon worden toegerekend. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige behandeling van bezwaarschriften en de gevolgen van vertraging in bestuursrechtelijke procedures.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de griffier, B. Beerens, bevestigde de beslissing van de enkelvoudige kamer. De Centrale Raad van Beroep wees het verzoek om schadevergoeding voor het overige af, en baseerde haar beslissing op de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht.