ECLI:NL:CRVB:2022:2138
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vergoeding kosten maaltijden tijdens evacuatie op Curaçao
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een verzoek van appellante om vergoeding van kosten voor maaltijden tijdens haar verblijf op Curaçao van 10 september tot 5 oktober 2017. Appellante was geplaatst bij een team op Sint Maarten en moest in verband met de orkaan Irma evacueren naar Curaçao. De korpschef van politie heeft het verzoek om vergoeding van de maaltijden afgewezen, omdat het verblijf op Curaçao niet als een dienstreis kon worden beschouwd volgens de geldende regelgeving. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat haar reis naar Curaçao wel degelijk onder de definitie van dienstreis valt, omdat zij in opdracht van het bevoegd gezag naar Curaçao is gereisd. De Raad heeft echter geoordeeld dat de situatie van appellante niet kan worden gekwalificeerd als een dienstreis, maar als een evacuatie. De Raad heeft de korpschef in zijn standpunt gevolgd dat er sprake was van twee verschillende opdrachten met verschillende doelen. Het doel van de reis naar Curaçao was lijfbehoud en niet de uitoefening van haar werkzaamheden. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en de eerdere uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd.
De uitspraak is gedaan door J.J.T. van den Corput, in tegenwoordigheid van M.E. van Donk als griffier, en is openbaar uitgesproken op 29 september 2022.