ECLI:NL:CRVB:2022:2098
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- J.J.T. van den Corput
- A.T. Marseille
- Rechtspraak.nl
Onvoorwaardelijk strafontslag van politieambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim door privégebruik van politiesystemen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, een politieambtenaar, was onvoorwaardelijk ontslagen vanwege ernstig plichtsverzuim, dat bestond uit het veelvuldig raadplegen van politiesystemen voor privédoeleinden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het plichtsverzuim in verminderde mate aan de appellant kon worden toegerekend, maar dat de opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig was aan de ernst van het plichtsverzuim. De Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de aard en ernst van het plichtsverzuim, ondanks de verminderde toerekenbaarheid, de straf van onvoorwaardelijk ontslag rechtvaardigden. De Raad benadrukte dat het raadplegen van politiesystemen voor privégebruik onverenigbaar is met de functie van politieambtenaar en dat appellant het vertrouwen dat in hem gesteld werd ernstig had geschaad. De Raad nam ook de bevindingen van de psychiater in overweging, die aangaf dat appellant ten tijde van de overtredingen in een mentaal en fysiek verzwakte toestand verkeerde, maar dat dit niet betekende dat hij het ontoelaatbare van zijn gedrag niet kon inzien. De Raad concludeerde dat de opgelegde straf evenredig was aan de ernst van het plichtsverzuim en dat er geen aanleiding was om de straf te milderen.