ECLI:NL:CRVB:2022:2074
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na wijziging bestreden besluit door Uwv en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 september 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, maar heeft dit hoger beroep ingetrokken nadat het Uwv op 19 mei 2022 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen en het bezwaar alsnog gegrond had verklaard. Appellant verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
De Raad overweegt dat, volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. Aangezien het Uwv de gemaakte kosten in de bezwaarfase heeft erkend, moest de Raad enkel oordelen over de kosten die in beroep en hoger beroep zijn gemaakt. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat aan appellant is tegemoetgekomen.
De totale proceskostenveroordeling, inclusief kosten voor rechtsbijstand en deskundigenkosten, is vastgesteld op € 4.392,90. Dit bedrag omvat onder andere de kosten voor verleende rechtsbijstand en de kosten van deskundigen die rapporten hebben opgesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.