ECLI:NL:CRVB:2022:2041
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. G.A.H.M. Steenbakkers, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 18 mei 2022 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Vervolgens heeft mr. Steenbakkers op 2 juni 2022 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding voor de kosten van rechtsbijstand in zowel beroep als hoger beroep. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat, volgens artikel 8:75a van de Awb, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De Raad heeft besloten het Uwv te veroordelen tot een proceskostenvergoeding van € 2.277,-, bestaande uit kosten voor rechtsbijstand in beroep en hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan op 22 september 2022.