ECLI:NL:CRVB:2022:203
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.G. Rottier
- E.X.R. Yi
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen Uwv na intrekking van het beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 januari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een proceskostenveroordeling na de intrekking van het hoger beroep door appellant. Appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv, dat op 23 augustus 2021 werd herzien, waarbij het bezwaar van appellant alsnog gegrond werd verklaard. Appellant werd met terugwerkende kracht in aanmerking gebracht voor een IVA-uitkering, omdat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. Na deze beslissing trok appellant zijn hoger beroep in, maar verzocht hij de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv aan appellant tegemoet is gekomen en heeft het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de kosten die appellant heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar, beroep en hoger beroep. De totale kosten, inclusief rechtsbijstand en medische kosten, zijn vastgesteld op € 5.116,-. De uitspraak is gedaan door H.G. Rottier, in tegenwoordigheid van griffier E.X.R. Yi, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.