1.6.1.Op 11 september 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden met appellant. Appellant heeft daarbij onder andere, samengevat weergegeven, het volgende verklaard:
- hij overnacht vier à vijf nachten op het opgegeven adres en is overdag vaak buitenshuis;
- hij is al drie jaar op zoek naar een eigen woning maar dit is heel lastig en ondertussen heeft hij het erg moeilijk met de situatie rondom zijn kinderen;
- op zijn kamer heeft hij zijn kleren in tassen, persoonlijke verzorgingsspullen en een wasrek, daarnaast staan er een tafeltje, stoelen, een éénpersoonsbed en een stapelbed. Deze meubels zijn niet van hem; zijn kleding vult hij aan vanuit zijn spullen in een door hem gehuurde opslagruimte;
- hij heeft zijn kamer nooit ingericht of eigen gemaakt, hij wacht daarmee totdat hij een eigen woning heeft;
- hij heeft geen wasmand omdat hij zijn vuile was in zakken doet, hij draait af en toe en wasje op het opgegeven adres;
- hij meent dat er standaard gemeubileerd vitrage of gordijnen of rolgordijnen voor het raam hangen, dat er zeil op de vloer ligt, dat de muren wit zijn, hij let niet zo op de details;
- op het opgegeven adres wonen ook drie kinderen en hun vader en moeder, hoewel hij niet precies weet met hoeveel personen zij zijn;
- zijn boodschappen doet hij gewoon in de koelkast, hij heeft geen eigen plankje; hij heeft eieren, koffie en brood in huis en verder heeft hij twee koekenpannen, vier glazen, twee plastic bekertjes, twee mokken en een bestekset;
- in de opslagruimte heeft hij verschillende spullen opgeslagen, waaronder kleding.
1.6.2.Aansluitend aan het gesprek hebben de sociaal rechercheur en klantmanager een huisbezoek afgelegd en de door appellant gehuurde opslagruimte samen met hem bezocht. Daarbij hebben zij onder andere, samengevat weergegeven, het volgende waargenomen:
- op zijn kamer staat een eenpersoonsbed, een stapelbed, twee tassen met kleding, een kastje en een wasrek met kledingstukken, op de wastafel staan meerdere verzorgingsproducten;
- op de vloer van de kamer ligt laminaat, de muren zijn wit en de gordijnen zijn gekleurd met grote ronde stippen;
- in de keuken toont appellant een koekenpan, een zak koffiepads, een doos eieren en een zak brood, de levensmiddelen lagen tussen de spullen van de verhuurder;
- in de opslagruimte heeft appellant een groot aantal spullen opgeslagen, waaronder een tas met kleding.