ECLI:NL:CRVB:2022:2001
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.M. Overbeeke
- P.A.M. Hulsdouw
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 augustus 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag. Het hoger beroep was ingesteld door mr. Y. Abdi, advocaat van appellant, tegen de uitspraak van 15 november 2021. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 134,- niet binnen de gestelde termijn was betaald en dat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte. De gemachtigde van appellant is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de noodzaak om de beroepsgronden in te dienen. Ondanks deze waarschuwingen heeft de gemachtigde geen actie ondernomen om het verzuim te herstellen. Hierdoor kon de Raad niet anders concluderen dan dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbenden kunnen binnen zes weken verzet aantekenen tegen deze beslissing.