ECLI:NL:CRVB:2022:1972
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verhoging WIA-uitkering wegens gebrek aan hulpbehoevendheid
Op 1 september 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/182 WIA-PV. Deze uitspraak betreft het hoger beroep van een appellant tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 6 december 2021, waarin het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard. De appellant had een aanvraag ingediend voor verhoging van zijn WIA-uitkering op basis van hulpbehoevendheid. De rechtbank oordeelde dat niet was aangetoond dat de appellant feitelijk hulp nodig had bij essentiële dagelijkse levensverrichtingen zoals douchen, naar het toilet gaan en aankleden. Hierdoor werd niet voldaan aan het criterium van geregelde verzorging.
In hoger beroep heeft de appellant geen nieuwe medische gegevens of gronden ingediend die de eerdere beslissing konden onderbouwen. De gronden die hij aanvoerde waren in wezen dezelfde als die in de eerdere procedure, en deze waren door de rechtbank uitvoerig weerlegd. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en bevestigd dat het Uwv terecht de aanvraag om verhoging van de uitkering heeft afgewezen. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten, en de beslissing is uitgesproken in het openbaar.