Uitspraak
21.1297 WIA
OVERWEGINGEN
9 november 2012 heeft appellant een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 44%. Met ingang van 19 januari 2015 is deze omgezet in een WGA-vervolguitkering, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%. Bij besluit van 1 april 2016 is de mate van arbeidsongeschiktheid per
19 januari 2015 in bezwaar gewijzigd vastgesteld op 45 tot 55%.
28 februari 2020 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellant ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
11 september 2019 onderschreven. Appellant heeft niet met medische gegevens onderbouwd dat hij zonder loopkruk rechts in het geheel niet kan lopen en dat vermelding van de loopkruk daarom in de FML niet achterwege had mogen blijven. Ter zitting heeft appellant (desgevraagd) verklaard dat hij niet over informatie van de behandelend sector beschikt waaruit volgt dat hij zonder het gebruik van een loopkruk rechts niet kan lopen. De toekenning van een vervoersvoorziening in het kader van de Wmo, die niet van onderliggende medische stukken is voorzien, is onvoldoende om te oordelen dat appellant bij het lopen is aangewezen op het gebruik van een loopkruk rechts. Er is dan ook geen reden tot twijfel aan de juistheid van de in de FML van 5 juli 2019 vastgestelde belastbaarheid.