Uitspraak
20 2155 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die als tuinbouwmedewerker heeft gewerkt, heeft zich ziek gemeld vanwege rugklachten en later psychische klachten. Het Uwv heeft hem een WGA-uitkering toegekend, maar de appellant is van mening dat zijn beperkingen zijn onderschat. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het medisch onderzoek onvoldoende zorgvuldig was en dat er geen rekening was gehouden met zijn psychische beperkingen en andere gezondheidsklachten. Het Uwv heeft na deze tussenuitspraak aanvullende rapporten ingediend, maar de appellant blijft van mening dat zijn klachten niet goed zijn beoordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat er geen onderbouwing is voor de stelling van de appellant dat hij meer beperkingen heeft dan in de FML is opgenomen. De Raad concludeert dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van de appellant per 9 juli 2018 terecht heeft vastgesteld op 46,75%. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het Uwv is veroordeeld in de proceskosten van de appellant.