Uitspraak
20.95 PW
28 november 2019, 19/3309 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een maatregel van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, die zijn bijstandsuitkering met 30% heeft verlaagd omdat hij niet is verschenen op een intakegesprek in het kader van re-integratie. Appellant ontving bijstand op basis van de Participatiewet (PW) en had arbeidsverplichtingen. Het college had appellant eerder al opgeroepen voor een groepsvoorlichting en een intakegesprek, maar hij was op beide oproepen niet verschenen. Appellant heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eerdere besluiten van het college en heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij door darmklachten en psychische overmacht niet in staat was om te verschijnen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet in staat was om te verschijnen en dat de oproepen op regelmatige wijze zijn aangeboden. De Raad bevestigt dat het college terecht de bijstand heeft verlaagd en dat er geen grond is voor het oordeel dat de opgelegde maatregelen gematigd of aangepast hadden moeten worden. De uitspraak van de rechtbank Rotterdam wordt bevestigd.